• Werknemer heeft 2,5 jaar
gespaard voor de levensloop. In 2010 en 2011 reeds, en in 2019 tot en met de
maand juni.
• Let op: Er mag geen levensloopverlofkortings-opbouw
zijn na het jaar 2011. Een werknemer kan namelijk maximaal zes jaar
levensloopverlofkorting genieten. Het jaar 2006 (start van levensloopsparen)
plus die zes jaren is het jaar 2011.
• Daarmee heeft deze werknemer recht op 2 x € 215 (data 2019) levensloopverlofkorting.
• Let op: het levensloopverlofkortingsbedrag is in de jaren vóór 2019 niet
altijd € 205 per jaar geweest, maar het bedrag van het 'huidige' jaar telt.
• De werknemer wil per 1 juli 2019 een halfjaar met verlof. Hij werkt dan dus
niet.
• Hij wil iedere maand € 2.000 als levensloopbedrag opnemen.
• Werknemer verdient normaal € 2.000 bruto.
• Het levensloopbedrag moet dus zijn reguliere bruto loon 'vervangen'.
Wat vult u zelf in?
• In het veldje 'Opname uit levensloopregeling per periode' op het tabblad 'Loon',
'Sparen' geeft u als bedrag in € 2.000.
• U zet op hetzelfde tabblad het percentage of bedrag aan levensloopinleg op
nul.
• U vult, in ons voorbeeld(!), bij 'Aantal jaren deelname levensloopregeling tot
en met 2011' het getal '2' in. Namelijk de jaren 2010 en 2011, waarin door deze
werknemer ook reeds aan levensloopsparen werd gedaan. Loon heeft die eerdere
jaren – in dit voorbeeld – dus niet geregistreerd.
• Verder moet u niets zelf invullen. Dus niet
het aantal loondagen en loonuren aanpassen, want die blijven onveranderd. En ook
niet het standaardloon wijzigen. Loon regelt dat zelf.
• Let op: als de levensloopverlofkorting hoger is dan het loonheffingsbedrag
dan wordt de levensloopverlofkorting 'uitgesmeerd' over meerdere maanden.
Afbeelding: Werknemer, Loon, Sparen, Opname
Loonberekening,
Loonstrook
In dit voorbeeld ziet de 'Loonstrook' er voor juli 2019 zo uit:
Afbeelding: Loonberekening, Loonstrook, Levensloopregeling, Opname
De
loonstrook is netto bijna hetzelfde als bruto. Dat komt door de
levensloopverlofkorting in juli. Uitleg daarover leest u onderstaand.
Loonberekening,
Grondslagen
In dit voorbeeld zien de 'Grondslagen' er voor juli 2019 zo uit:
Afbeelding:
Loonberekening, Grondslagen, Levensloopregeling, Opname
Het tabblad 'Grondslagen' toont: 'Opname levensloopregeling' € 2.000. De
werknemer ontvangt de levensloopverlofkortingen deels in deze eerste maand. Deze
werknemer heeft totaal recht op € 430 korting. Dat zou samen met de 'Algemene
heffingskorting' (€ 191,08) en de 'Arbeidskorting' (€ 283,25) een totaalbedrag
opleveren (€ 904,33) dat hoger is dan
het totaal aan loonheffingen (€ 736,50).
Echter, omdat het ingehouden loonheffingsbedrag niet lager dan nul mag zijn van
de Belastingdienst, wordt de levensloopverlofkorting 'uitgesmeerd' over meerdere
maanden. In de maand juli 'pakt' Loon wel al het hoogst mogelijke bedrag: €
736,50 -/- € 191,08 -/- 283,25 = € 262,17.
In de strook van augustus
wordt de rest (€ 430 -/- € 262,17 = € 167,83)
van de levensloopverlofkorting verrekend:
Afbeelding: Loonberekening, Grondslagen, Levensloopregeling,
Opname
Kosten
werkgever
Hier ziet u de opname van de levensloopregeling ad € 2.000 als een optelpost.
Dat lijkt wellicht raar, maar het is in deze fase nog een kostenpost voor de
werkgever. De werkgever moet immers de € 2.000 aan de werknemer betalen. Pas
als de bank of pensioen-verzekeraar het levensloopbedrag van de werknemer aan
de werkgever heeft betaald, is de werkgever van de € 2.000 kosten af. Die
betaling van de bank of pensioenverzekeraar gaat echter buiten de loonstrook
om.
De werkgever betaalt bij opname van de levensloopregeling zijn deel van de werknemerspremies
en de premie Zorgverzekeringswet:
Afbeelding:
Loonberekening, Kosten werkgever, Opname