(Lease)fiets van de zaak

Voor de fiets van de zaak staat een aardige wijziging op stapel. Tot en met het jaar 2025 is het namelijk zo dat voor elke fiets van de zaak een bijtelling van 7% geldt voor het privégebruik van de fiets. Er wordt nu dus nog vanuit gegaan dat er altijd privégebruik is, wat natuurlijk niet altijd zo is. Denkt u aan de deelfiets die bij de werkgever op het terrein staat, de ov-fiets, de hub-fiets. Er is nu ingezien dat er niet altijd sprake is van privégebruik van een fiets.

Voor dergelijke deelfietsen, waar geen sprake is van privégebruik, hoeft vanaf 2026 niet meer de bijtelling van 7% te worden toegepast.

In tegenstelling tot de auto van de zaak, waarvoor woon-werkverkeer als zakelijk wordt aangemerkt, is dat niet het geval voor de fiets van de zaak. De fiets mag niet meer dan bijkomstig mee naar huis, er wordt dan uitgegaan van niet meer dan 10%. Dit is natuurlijk wel onderhevig aan interpretatie, maar in het Belastingplan is wel getracht enigszins te omschrijven wat ‘thuis’ is.

Als je de fiets voor je deur neerzet en de sleutel mee naar binnen neemt, dan is de fiets mee naar huis genomen. Is het echter een fiets die je afmeldt via een app zodat deze ook door iemand anders gebruikt kan worden, dan valt dit er niet onder.

Als dit wordt aangenomen, dan geldt dit met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020, het jaar waarin de fietsbijtelling werd geïntroduceerd. Nu is het alleen zo dat er slechts gecorrigeerd kan worden tot 5 jaar terug, dus dat is 1 januari 2021.